topbanner

De jacht,

EEN ANDERE KIJK OP DE NATUUR!

Hoewel er nogal vaak commotie rond is, zijn de regels van de jacht in België nochtans netjes afgebakend. Wij hebben een afspraak met Els en Romain, twee jagers die graag met ons hun visie delen.

Els viert vandaag haar 30e verjaardag, ze is grotendeels vegetariër en beoefent triatlon in haar vrije tijd. Romain werd eerder deze week 26 en na onze eerste vijf minuten samen heb ik door dat hij een lieve, innemende jongeman is. Het beeld dat ik heb over jagers bestaat uit een resem clichés, en die komen niet overeen met de twee mensen die voor me zitten. Vandaag willen Els en Romain me laten zien waarom zij jagen, en waarom ik mijn vooroordelen misschien aan de kant moet zetten.

foto1

Veel jagers zijn begonnen met de sport omdat hun ouders jagen. is dat ook hoe jullie begonnen zijn?

Els: “Jagen is inderdaad een typische sport die wordt doorgegeven binnen families. Bij ons is dat niet het geval. We zien ook dat er nu een hele nieuwe generatie is die geen familiale banden met het jagen heeft. Wij zien het eerder als een lokroep van de natuur. Ik had al van jongs af aan een fascinatie voor de natuur. Ik ging met het gezin vaak op stap met een sporengids en kon al heel snel veel verschillende dieren herkennen. Toen een bevriende jager ons gezin uitnodigde op een jagersreis in Schotland, ben ik voor het eerst met de jacht in aanraking gekomen. Op die reis leerde de jager een grote groep niet-jagers waar de sport om draait. Daar heb ik beseft dat het echt helemaal niet enkel gaat om het schieten van een dier, want dat is tenslotte slechts 1% van het hele gebeuren. Er is ook nog de voorbereiding, observatie, het verkennen van het terrein en van de aanwezige fauna.”

Romain: “Ook ik heb het jagen ontdekt los van mijn familie. Ik groeide op in Bretagne, en hield toen al van tijd doorbrengen in de natuur. Met vrienden uit het dorp bracht ik veel tijd door in het bos. Enkele oudere jagers stelden me dan voor om ze te vergezellen tijdens de jacht. Daar is bij mij de vonk overgeslagen en kort daarna heb ik de examens afgelegd om mijn jachtvergunning te bemachtigen.”

Hoe ziet zo’n dag jagen eruit voor jullie?

Els: “Ik jaag het liefst op grootwild, hoofdzakelijk ree, hert en everzwijn door te bersen, dat wil zeggen dat je actief naar sporen van het dier zoekt en zo dicht mogelijk bij wilde dieren probeert te geraken. Het zijn ochtend- en avonddieren en ik sta graag vroeg op om de natuur in te trekken. Je zou er misschien niet aan denken, maar op een gemiddelde dag wandel ik zo’n 14 kilometer. Alleen dat wandelen is al een unieke ervaring. Je bent, meer nog dan anders, helemaal één met de natuur. Omdat je onder meer geluidloos en geurloos probeert te zijn, gaat de natuur rond je gewoon zijn gangetje.”

foto2

Het grootste deel van je tijd ben je dus vooral bezig met observeren?

Els: “Ja, absoluut. Ik ben vaak dagen of weken bezig met het bestuderen van dieren en hun gedrag, vooraleer ik overga tot schieten. Tijdens die observatieperiode verzamel je ook informatie om de juiste keuze te maken. Ik zal bijvoorbeeld eerder voor een dier gaan dat wat ouder is of dat weinig kans zal krijgen om zich voort te planten. Vaak heb ik een dier al twintig keer gezien voor ik het schiet.”

Wat voor jacht bedrijf jij, romain?

Romain: “Ik jaag vooral op kleinwild, zoals fazant, haas en houtduif. Ik trek vaak naar mijn geboortestreek in Bretagne om daar op de houtsnip te jagen. In de winter migreert die vogel in grote aantallen uit het noordoosten van Europa naar Bretagne. Om een houtsnip te vinden, krijg ik hulp van mijn hond die ik sinds puppy heb geleerd om de plek waar een vogel zit aan te wijzen. Zonder hem zou het onmogelijk zijn om de vogel te vinden.”

foto3

Wat trekt je juist aan om op die manier aan jacht te doen?

Romain: “Het is een heel unieke beleving om een passie te delen met je hond. Samen vroeg op pad gaan, zoeken naar een specifieke vogel, dat schept een enorme band met je dier. Je bent helemaal afhankelijk van je hond. Het gaat me ook veel meer om die zoektocht en om het observeren. Vaak vinden we een vogel die ik niet schiet. Dan krijg ik nog altijd dezelfde kick, want ik hou van de ontmoeting met wilde dieren. Uiteindelijk schiet ik er wel enkele per jaar, maar voor mij is dat niet het primaire doel.”

Hoe zien jullie het ethische aspect van jagen? is het nog wel van deze tijd om een dier te schieten?

Els: “Ja. Wij worden daar uiteraard veel op aangesproken en dat is goed, want ik leg graag uit wat de jacht voor mij betekent. Ik snap dat mensen twijfels hebben over het schieten van een dier, maar mij heeft het veel geleerd. Ik ben namelijk overtuigd vegetariër geworden. Ik eet enkel nog het vlees van de dieren die ik zelf geschoten heb. Ik ben me ontzettend bewust van wat ik eet. Veel mensen maken die associatie niet. Ze kopen een pakje salami, geproduceerd door een vleesindustrie die vele malen gruwelijker is. Die industrie wil ik niet steunen. Van de dieren die ik zelf schiet, weet ik dat ze een vrij leven hebben gehad. Niet elke jager is evenzeer bezig met het ethische aspect. Toch heb ik de indruk dat de nieuwe, jongere generatie jagers er hetzelfde over denkt als ik.”

Romain: “Exact, de jacht zoals Els en ik ze zien, is eigenlijk een lokale manier van vleesproductie om eerlijk vlees te eten. Bovendien is het is niet zo dat we willekeurig dieren schieten. Er komen verschillende instanties aan te pas die mee bepalen waar en hoeveel dieren er geschoten mogen worden. Omdat België ondertussen zo volgebouwd is, zijn veel roofdieren weggetrokken. Dieren zoals everzwijnen hebben bijna geen natuurlijke vijanden meer en zijn daarom gewoon te talrijk. Dat zorgt voor schade aan de natuur en in sommige gevallen vormen ze zelfs een gevaar voor de mens.”

foto4

De insteek is dus ook het behouden van de biodiversiteit?

Romain: “Ja, exact. De jacht kan ook op andere manieren bijdragen aan de biodiversiteit. Ik ken een jagersvereniging die enkele jaren geleden een aantal velden in Wallonië kocht die erg hadden geleden onder vervuiling en dus een lage biodiversiteit kenden. Na intensief werken, door onder meer het aanleggen van kleine bossen, is de biodiversiteit daar geëxplodeerd. Enkele bedreigde diersoorten hebben zich bijvoorbeeld terug op die velden gevestigd. Daar wordt dan uiteraard niet op gejaagd. Zo kan een gebied waar intensief gejaagd wordt, toch helemaal heropleven.”