HOE KIES JE EEN FIETSCOMPUTER?
Met een fietscomputer kun je je prestaties op de fiets meten. Het aantal functies (van de totale afstand tot de gemiddelde snelheid) is op de meeste fietscomputers erg uitgebreid.

Met een fietscomputer kun je je prestaties op de fiets meten. Het aantal functies (van de totale afstand tot de gemiddelde snelheid) is op de meeste fietscomputers erg uitgebreid.
Er bestaan drie soorten fietscomputers: een fietscomputer met draad, een draadloze fietscomputer en een fietscomputer met gps.
Fietscomputers met draad zijn meestal instapmodellen.
Een draadloze fietscomputer heeft het voordeel dat je hem eenvoudig kunt bevestigen. Bovendien kun je dergelijke fietscomputers ook eenvoudiger van de ene aan de andere fiets aanpassen.
Klassieke fietscomputers werken met een sensortje op het wiel om de snelheid, de afstand en het hoogteverschil te meten. Fietscomputers met gps gebruiken een satelliet.
Een fietscomputer met gps geeft je niet alleen de mogelijkheid om de geprogrammeerde route met aanwijzingen te volgen, hij zorgt er ook voor dat je steeds op het juiste pad zit als je de weg even kwijt bent. Bepaalde modellen maken immers gebruik van kaarten. Het nadeel: een fietscomputer met gps is vaak zwaarder dan een klassieke fietscomputer.
Fietsenspecialist van Decathlon
"Let er bij het plaatsen van je fietscomputer steeds op dat de afstand tussen de sensor en de vork niet meer dan 5 mm bedraagt"