fysieke voetbaltraining en -testen

Ken je grenzen bij het voetballen

Waarom zou je je laten testen? Niet voor het plezier van het afzien. Maar een test laat wel zien waar je staat als speler, of je vooruitgang boekt, waar er eventueel iets scheelt, maakt het mogelijk om groepen te vormen om op een meer geïndividualiseerde manier te werken, en om het vormpeil van een speler op te volgen.

We gaan het hier hebben over een aantal testen die je relatief gemakkelijk zelf kan uitvoeren.

De "verplichte" sessies

Dit zijn de meest interessante testen als je niet veel tijd hebt en weinig trainingsmogelijkheden.

Vameval-test: Met deze eenvoudige test kan je je maximale hartslag schatten en de VO2max-snelheid (snelheid bij maximaal zuurstofopnamevermogen), die een cruciale factor is voor individueel aangepaste intervaltraining (15-15 of 30-30). De Vameval-test is een looptest waarbij je om de minuut moet versnellen en langs een reeks kegels loopt die 20 meter uit elkaar staan. Het tempo wordt aangegeven door een geluidssignaal. Bij elke nieuwe trap gaat de snelheid met 0,5 km/u omhoog. Telkens als het signaal klinkt, moet de loper de volgende kegel bereikt hebben. Op een gegeven ogenblik zal hij of zij dat niet meer halen: de laatst behaalde kegel komt dan overeen met zijn of haar VO2max-snelheid (snelheid bij maximaal zuurstofopnamevermogen).  

Test 30-15 IFT (Intermittent Fitness Test) : Deze is interessant omdat je hiermee een VO2max-snelheid voor intervaltraining kan berekenen. De test is een afwisseling van telkens 30 seconden lopen en 15 seconden recupereren. Je kan hem afleggen op een terrein van 40 meter waarop je een punt A, B en C afbakent (met telkens 20 meter tussen de verschillende punten). Tijdens het loopblok van 30 seconden loop je op basis van een geluidssignaal (dat aangeeft hoe snel je moet lopen). Tijdens de 15 seconden durende recuperatie daarna wandel je tot het volgende punt (A, B of C). Bij elke nieuwe trap van 30 seconden gaat de snelheid met 0,5 km/u omhoog. De test eindigt wanneer je niet meer op tijd bij de referentiepunten (A, B of C) raakt. De snelheid van de laatst behaalde trap is dus je VO2max-snelheid voor intervaltraining. 

De HIMS-test: Hiermee kan je het vormpeil van spelers meten, op basis van de hartslag tijdens het recupereren. Hoe hoger het resultaat van deze test, hoe beter een speler in staat is om te recupereren en hoe beter hij of zij dus in vorm is. Eenvoudige test die je regelmatig kan afleggen, bijvoorbeeld in de vorm van een opwarming voor het sporten. De geluidssignalen die bij deze twee testen horen zijn gratis en gemakkelijk te vinden op internet.  Deze testen gebeuren tussen twee lijnen op 20 meter van elkaar en bestaan uit 4 loopblokken van 2 minuten, met daartussen telkens een minuut recuperatie. In elk blok moet je een bepaalde snelheid halen (8,4km/u voor blok 1; 9,6 km/u voor blok 2; 10,4 km/u voor blok 3 en 12 km/u voor blok 4). De hartslag wordt gemeten vóór de test en twee minuten na afloop van de test. Het verschil tussen de twee is de hartslag bij recuperatie. 

Complementaire testen

Dit zijn interessante testen maar die je niet absoluut moet afleggen als amateur, vooral omdat er vrij duur materiaal voor nodig is. 

Squat Jump: Hierbij wordt je sprongkracht gemeten. Dat is een goede indicator voor explosiviteit, die je kan linken aan prestaties op korte sprintjes (10 m tot 40 m). 

RSSA (Repeated Shuttle Sprint Ability)-test: Interessant om te meten in welke mate een speler verschillende keren na elkaar kan sprinten, in verschillende richtingen. Zo kan je nagaan hoe goed een speler is in volle inspanning. 

Yoyo intermittent recovery test: Deze test is interessant om na te gaan in welke mate een speler kan omgaan met vermoeidheid tijdens opeenvolgende inspanningen.

Wanneer leg je ze best af?

Het is interessant om ze minstens aan het begin en het einde van je fysieke voorbereiding af te leggen, en tijdens de winterstop. Zo krijg je een algemeen beeld van de ontwikkeling van je spelers en van hun vormpeil.