Wat kreeg je als cadeau in je kindertijd?
"Ik herinner me nog die console, GameCube, die ik samen met mijn broers gekregen had. Soms kreeg ik ook hoezen voor mijn hockeysticks, schoenen ... Eén keer heb ik zelfs een hamster gekregen (lacht)."
Hij werd olympisch kampioen met de Belgian Red Lions in Tokio, maar Victor Wegnez (25) was niet altijd voorbestemd om hockey te spelen op hoog niveau. Toch heeft hij zijn droom nagestreefd.
We zien hem er allemaal nog staan: in tranen op het olympische podium, met de gouden medaille rond zijn nek. Victor Wegnez zag er zijn afgelegde carrière voorblijflitsen, beginnend bij de eerste balcontacten bij Daring Molenbeek. Bij de jeugd was hij zeker niet de beste speler, maar dankzij hard werken en veel doorzettingsvermogen heeft hij toch de absolute top bereikt.
"Ik herinner me nog die console, GameCube, die ik samen met mijn broers gekregen had. Soms kreeg ik ook hoezen voor mijn hockeysticks, schoenen ... Eén keer heb ik zelfs een hamster gekregen (lacht)."
"Mijn neven speelden voetbal. Mijn moeder ging naar een van hun wedstrijden kijken op een namiddag, en ze vond de sfeer onder ouders naast het terrein echt verschrikkelijk. Dat wou ze echt niet voor haar kinderen. De beste vriend van mijn grote broer speelde hockey in de eerste ploeg van Daring Molenbeek. We woonden op 5 minuten wandelen van die club. Mijn moeder heeft ons daar dus ingeschreven om te hockeyen en te tennissen."
"Die herinner ik me nog goed. Ik was 5 jaar. We waren bij onze grootouders die recht tegenover de club wonen. En toch waren we te laat, ongelooflijk eigenlijk. Ik stond op het terrein, en ik herinner me nog dat ik daar stond met mijn bal in vele kleuren. Ik gooide hem weg en liep er achteraan. Dat is mijn eerste echte herinnering aan het hockey."
"Diegene waarmee ik heb gewonnen wel ja. Ik zou trouwens graag mijn stick van de Olympische Spelen aan de muur hangen, samen met mijn shirt en de gouden medaille. Ik speel ongeveer twee jaar met een stick. 3 à 4 maanden voor een grote wedstrijd of competitie probeer ik mijn nieuwe stick al uit om eraan gewend te geraken. Momenteel speel ik nog altijd met mijn stick uit Tokio. Maar ik heb er wel altijd twee bij, mocht er eentje breken."
"Ik werd eerst een paar keer niet geselecteerd, maar op 17-jarige leeftijd werd ik dan toch opgeroepen voor de U18 van de nationale ploeg. Toen wist ik dat als ik het goed deed op mijn eerste toernooi en ik een paar selecties kon verzamelen, ik wel door zou stoten naar de U21. De volgende stap was dan de A-ploeg van de Red Lions, en daarna de Olympische Spelen ... Ik heb geluk gehad dat Shane McLeod, mijn coach bij de U21, mocht doorstoten als coach van de A-ploeg. Hij zag het in mij, en nam me onder zijn vleugels in de groep. Ik was er niet bij op de Spelen in Rio (2016), maar elk nadeel heeft zijn voordeel. Dat heeft me gemotiveerd, en ik ben sterker teruggekomen."
"Zorg dat je kinderen gewoon gelukkig zijn. Het heeft echt geen zin om ze druk op te leggen. Het belangrijkste is de ontspanning. Of dat nu in het hockey is of in een andere sport."
"Belgisch Kampioen met Racing (Club de Bruxelles, nvdr.) zou echt leuk zijn. Het is ook niet echt een droom, eerder een doel. De club streeft al jaren lang naar die titel. Maar een kampioenschap is altijd moeilijker te winnen dan een toernooi. Met de Red Lions zijn mijn dromen vervuld, maar ik ben ambitieus en wil altijd blijven winnen. Opnieuw een Europees Kampioenschap, een WK of de Olympische Spelen winnen, dat zou fijn zijn. Maar we weten niet wat de toekomst brengt. Wie weet was Tokio de laatste keer dat we een groot toernooi winnen met België. Daarom moeten we er ook maximaal van genieten."