Terug beginnen basketballen: 3 tips van de coach

Om op de juiste manier terug van start te gaan, hebben we afgesproken met Jean-Etienne, 47 jaar, projectmanager bij Decathlon en van kindsbeen af gepassioneerd door basketbal:  

“Ik ben beginnen basketballen toen ik vijf jaar oud was en ben sindsdien al 42 jaar actief in de basketbalclub van het Franse Willems. Ik ben coach geworden in 1991 en heb verschillende leeftijdscategorieën, van de jongeren tot de senioren, getraind.”  

Een basketbalfanaat in hart en nieren die ook na zijn actieve spelerscarrière in zijn sport actief is gebleven.  

“Een knieblessure dwong me om mijn spelersschoenen op 30-jarige leeftijd aan de haak te hangen. Ik ben nu negen jaar scheidsrechter op regionaal niveau en ik begin aan mijn tweede seizoen als voorzitter van de basketbalclub van Willems.”  

De basketbalmicrobe heeft overigens het hele gezin van Jean-Etienne gebeten:

“Gisteren zijn bijvoorbeeld mijn kinderen terug beginnen trainen.”

~We zijn dus opnieuw vertrokken! En beginnen doen we alvast met een leuke tip: “Rustig opbouwen is de boodschap.”

Onze eerste tip als je terug gaat basketballen: begin rustig en neem niet te veel hooi op je vork!

“Het is erg belangrijk dat je je voor elke training goed opwarmt en aan het begin van je seizoen aan je fysieke paraatheid werkt om blessures te vermijden.”  

Het begin van de trainingen is bovendien het uitgelezen moment om met goede gewoontes te beginnen.

“Zorg meteen voor de juiste routine als je terug begint te trainen. Als je dat niet meteen doet, ga je steeds achter de feiten blijven aanlopen. Begin steeds met een goede opwarming met enkele eenvoudige oefeningen en draaiende bewegingen. De nek, de ellebogen, de schouders en nadien het onderlichaam. Uiteraard mag je aan het einde van de training niet vergeten om te stretchen als je de dag nadien niet te veel last wilt hebben.”  

Goede gewoontes beperken zich overigens niet tot het parket:

 “Begin met een aantal kleine vaste rituelen zoals je drinkbus meenemen, je schoenen verluchten na elke training ... Voldoende drinken is uiteraard ook erg belangrijk. “Recuperatiedrankjes zijn bijvoorbeeld niet alleen nuttig voor joggers en hardlopers. Dat spreekt voor zich. Voldoende drinken behoort gewoon tot een gezonde levensstijl.”

  Hoe kun je op het terrein op een goede manier terug van start gaan?

“Het is belangrijk dat je je training met een rustige opwarming begint voordat je het tempo opdrijft. Ik laat mijn spelers eerst rustig inlopen en ga dan verder met intervaltraining. Ik werk bijvoorbeeld graag met trainingsvarianten van de methode van Luc Léger: Ik laat mijn spelers heen en terug lopen over een afstand van 20 m. We beginnen met 10 seconden voor 20 meter en doen dat vier keer. Vervolgens 9 seconden, ook vier keer, tot aan 5 seconden voor 20 meter, de snelheid van een spurt. En naargelang de conditie van de spelers doen we de oefening met of zonder bal.”  

Het eerste goede nieuws dus: begin niet meteen te forceren. Bouw geleidelijk op zodat je het gevoel weer in de vingers krijgt en voldoende tijd hebt om te recupereren.

“Rustig beginnen met de nodige stretchoefeningen is dus de boodschap. Ga niet over de limiet zodat je je de volgende dag nog goed voelt. Het is immers de bedoeling dat je vooruitgang boekt en niet meteen alles voor je rekening wilt nemen.”

De tweede stap om terug te beginnen basketballen, is het spel terug in de vingers krijgen en opnieuw plezier beleven!

“Het is de bedoeling om terug plezier te krijgen in het spel en het sporten in een team. En uiteraard moet je opnieuw wat feeling krijgen: de bal, het bord, je shots, … Je moet de sport terug wat in de vingers krijgen.”  

Op het programma van je eerste trainingen mogen pass- en dribbeloefeningen dan ook niet ontbreken: 

“Tijdens je eerste training ben je vooral veel met de bal aan de slag en wordt er minder aan het fysieke aspect gewerkt. Zo krijg je de techniek beetje bij beetje weer onder de knie. Begin steeds met dribbeloefeningen. Zo werk je meteen aan je balgevoel, beleef je het spel en maak je meteen heel wat plezier. Hoe meer dribbeloefeningen, hoe beter. Je kunt bovendien het tempo wat afwisselen. Train ook steeds je zwakkere hand want daar heb je later alleen maar baat bij. Pass-oefeningen zijn dan weer belangrijk om terug in team te leren spelen.”  

Voor de rest van de training is het, zoals je waarschijnlijk al kunt raden, belangrijk om de weg naar de ring terug te vinden, zowel letter als figuurlijk.

“Het doel van basketbal is nog steeds om de bal door de ring te werpen. Een training zonder lay-ups is als een café zonder bier: een korte lay-up, een lange lay-up en indien mogelijk zowel links als rechts om met beide handen te kunnen spelen.”  

Laten we het nu even over een andere situatie hebben: terug beginnen sporten na een blessure. Twijfel je of ben je niet zeker van je stuk als je de trainingen hervat? Ook hier is haast en spoed zelden goed.  

“Het is belangrijk dat je geduld aan de dag legt en de tijd neemt om terug te komen. Sla geen revalidatie en rustsessie over. Zorg dragen voor je lichaam is een soort investering. Terugkomen doe je niet van vandaag op morgen. Ga niet forceren en luister naar je lichaam.”  

Het is ook belangrijk dat je er mentaal klaar voor bent:  

“Na een blessure moet je vooral de angst overwinnen. Na een operatie en revalidatie kom je even sterk, soms zelfs sterker terug. Wees je daarvan bewust. Bovendien mag je ook niet vergeten dat sporten goed voor je is. De voordelen zijn veel groter dan de nadelen van een blessure die slechts een momentopname is.”  

Zodra je terug op het parket staat, kun je weer aanknopen met je goede gewoontes om zowel fysiek als mentaal zorgeloos te sporten.  

“Opwarmen, voldoende drinken en stretchen zijn van cruciaal belang. Een goede uitrusting kan je ook een handje helpen. Aangepaste en goed dichtgemaakte schoenen zijn een must. Je kunt echter ook gebruikmaken van aangepaste beschermingsmiddelen en bandages als dat je een gerust gevoel geeft . Bovendien is het ook ontzettend belangrijk om aan je soepelheid en spiermassa te werken om zo het risico op blessures te beperken.”