En hoe doe je dat nu?
Plaats je pomerans net onder het midden van de witte bal en geef een lange stoot, terwijl je je keu zo horizontaal mogelijk houdt. Makkelijk, toch?
De effecten bij biljart: top 4 van effecten waarmee je niet te kloppen bent!
Ben je net begonnen met biljarten en heb je zin om vooruitgang te boeken ? Heb je nog niet veel voeling met ballen, pockets en keus, maar heb je wel zin in tips om moeilijke situaties de baas te kunnen? Het effect (de manier waarop je tegen de witte bal stoot) kan je uit heel veel problemen halen. Laterale effecten, trekstoten, doorschietstoten, massés... dit zijn onze geheimen om je rondjes biljart te winnen!
De trekstoot: geef je niet zomaar gewonnen!
trekstoot
trekstoot
Bevind je je in een hachelijke situatie? Ligt je bal te dicht bij de pocket (de gaten aan de zijkanten en de hoeken van de tafel) en loop je het risico dat ook je witte bal erin verdwijnt? Een trekstoot kan je dan redden!
Zoals je het al uit zijn naam kan afleiden laat je met een trekstoot de witte bal niet vooruit rollen, maar achteruit!
De bal rolt achteruit door een laag trefpunt (het punt waar je de bal raakt) waardoor de bal achteruit gaat rollen op het moment dat hij in aanraking komt met een andere bal.
Daarbij moet je wel weten dat hoe groter de afstand tussen twee ballen is, hoe moeilijker het zal zijn om je bal achteruit te laten rollen.
De doorschietstoot: om rechtdoor te schieten.
Met een doorschietstoot kun je de witte bal na het contact met een andere bal laten doorrollen. Bij driebanden (carambole) gebruik je de doorschietstoot meestal als de drie ballen bijna in één lijn liggen.
Maar hoe doe je dat?
Plaats de pomerans van je keu boven het middelpunt van je witte bal, en geef net zoals bij een trekstoot een lange stoot.
Geef meer of minder richting met laterale effecten
Kun je de bal die je op het oog hebt niet raken met de natuurlijke hoek via de band en zonder effect? Dan kunnen laterale effecten je helpen om het traject van de bal minder of meer richting te geven na een tik tegen een band.
Optie 1
Wil je je bal meer naar rechts laten afwijken, dan kun je met het rechts effect je witte bal meer laten afbuigen. Het links effect zal het traject dan weer minder laten afbuigen.
Optie 2
Wil je je bal meer naar links laten afwijken, dan kun je met het rechts effect je witte bal minder laten afbuigen. Je zult al wel begrepen hebben dat het links effect je bal meer zal laten afbuigen.
Hoe doe je dat?
Voor een lateraal effect moet je je pomerans (het topje van je keu) ofwel links of rechts van het midden van je bal plaatsen. Om het jezelf zo gemakkelijk mogelijk te maken raden we je aan om je voeten en handen parallel in de gewenste richting te verplaatsen.
Hoe verder je pomerans verwijderd is van het middelpunt van je bal, hoe meer je je bal zal doen afwijken na contact met de band.
Links effect
Rechts effect
Om samen te vatten
De doorschietstoot en de trekstoot zijn effecten die een rechtstreekse impact hebben op je witte bal(effect op de bal).
Laterale effecten zie je pas na de impact met de band (effect op de band).
Om valse stoten (fausse queues) te vermijden(wegglijden van de pomerans op de bal), raden we je aan om in de groene zone te blijven.
De oranje zone is mogelijk maar daar is het risico op valse stoten groter.
Obstakels omzeilen met een massé
massé
massé
Wordt vaak gebruikt bij driebanden (ook wel carambole genoemd). De massé kan ook worden gebruikt bij poolen, blackball of snooker. Maar wat is het nu eigenlijk? De massé wordt vaak gebruikt om een 'obstakel' te omzeilen en een bal te tikken (raken) die zich aan de andere kant bevindt.
Hoe doe je dat?
Door je keu in een hoek te houden (ergens tussen horizontaal en verticaal in), kun je je bal een gebogen traject geven.
Het is wel belangrijk om te weten dat de curve van je bal groter of kleiner zal zijn in functie van de energie die je hem geeft, en van de hoogte waarop je de bal raakt.
En de andere effecten?
Er bestaan natuurlijk nog een hele resem andere effecten bij biljart bijvoorbeeld (onder andere) :
De piqué
De piqué speel je met een verticale keu, je kunt je bal hiermee achteruit laten rollen. In tegenstelling tot de trekstoot kun je met een piqué de verplaatsing van de eerst aangetikte bal beperken.
De sprong
De sprong, ook wel de 'jump' genoemd, wordt vaak gebruikt bij het poolen. Hou je keu in een hoek en laat je witte bal over een andere bal springen, die het traject van de geviseerde bal hindert.
De stun
De stun, ook 'stop shot' genoemd, laat de witte bal bijna de plaats van de geviseerde bal innemen. De bal komt dan stil te liggen doordat je in de as van de bal speelt.
De amorti
Met de amorti kun je je witte bal laten afremmen, om de andere bal niet te hard te raken. Dit wordt vaak gebruikt bij driebanden: het is dan de bedoeling om de geviseerde bal voldoende hard te raken opdat de geraakte bal bijna al zijn snelheid verliest en stopt op een derde bal.
Nu ben je helemaal klaar om je vrienden te gaan verslaan. Ga dus de uitdaging aan en deel je ervaringen met ons!
